Wellicht een wat lugubere naam voor een babyblog, maar zeg nu zelf: het trekt beter de aandacht dan: babywoordenspellingsspel. Want ook dat kan met de woorden die in deze blog voorkomen. Vrouwen die zwanger zijn of net moeder zijn geworden herkennen het wellicht: tijdens de zwangerschap en daarna wordt je vocabulaire enorm uitgebreid. Dat wil zeggen: als je al het babyjargon kunt onthouden. Want om eerlijk te zijn had ik daar wel eens moeite mee. Op zich niet heel erg, want er komt genoeg op je af tijdens deze bijzondere, vaak onwerkelijke periode dat meer dan eens wordt herhaald, maar tijdens bijvoorbeeld de cursus ‘Samen Bevallen’ die mijn partner en ik hebben gedaan (wordt vervolgd in een volgende blog) was ik weleens onzeker of ik wel betrokken genoeg was wanneer ik deze vaktermen niet net zo snel als andere vrouwen kon reproduceren. Achteraf weet ik wel beter. Iedereen weet immers wat je bedoelt als het woord ‘meconium’ je even niet te binnen schiet en je het omschrijft als de “eerste, zwartgekleurde ontlasting van een baby”. En zo waren er tijdens mijn zwangerschap meer woorden die in steeds minder nevelen gehuld waren.
Het begon allemaal met de ‘hydrofiele luier’. Aan deze voor de gewone stervelingen onder ons doodgewone doek heb ik al eerder maar liefst een hele blog gewijd. Hierin schreef ik dat ik de eerste helft van mijn zwangerschap nauwelijks heb geweten wat het was, terwijl een vriendinnetje dat niet zwanger was en ook niet al kinderen had wél op de hoogte was van zijn bestaan. Inmiddels ben ik dat ook en ik kan bevestigen dat je er inderdaad niet genoeg van in je bezit kunt hebben. Het dient allerhande doelen: het opvangen van spuugjes (die bij mij in negen van de tien gevallen toch net naast de doek op mijn schone shirt terecht komen), het voorkomen van het verder druipen van de inhoud uit druipende luiers, het opvangen van plasjes tijdens het afdrogen na een badje (oftewel, dat wordt een tweede badje), het vervangen van een broekje dat bij het consultatiebureau is ondergeplast en waarvan geen reserve-exemplaar is meegenomen, want voor een bezoekje aan het consultatiebureau is toch geen hele luiertas nodig?, het na een regenbuitje droogmaken van een terrasstoel (mocht zich onder de lezers een lid van de moedermaffia bevinden: maar natuurlijk hing ik die doek daarna gewoon over mijn schouder zodat mijn dochtertje daar na het drinken heerlijk haar hoofdje tegenaan kon wrijven. Haha, daar had ik je even, hè! Nee natuurlijk heb ik dat niet gedaan.). Het moge duidelijk zijn, de hydrofiele luier is de dubbeldoelkoe onder de doeken. Hulde!
Dan ‘meconium’. Het heeft even geduurd voor ik zelf met die term kon komen zonder naar mijn partner te hoeven kijken voor een hint of bevestigend knikje. Hij onthield dat soort dingen veel beter dan ik. Als ik met de term op de proppen wilde komen, gebruikte ik bewoordingen als: “de eerste, zwarte poep van een baby.” Op zich natuurlijk niks mis mee, want dit is tenminste voor iedereen duidelijk, maar ‘meconium’ klinkt toch vele malen interessanter. Het viel voor mij echter lange tijd in dezelfde categorie als scheikundige elementen. En ik ben een behoorlijke alfa. Dus…
Dan ‘colostrum’. Doet het vast ook goed bij een potje galgje op een babyshower. Even tussen jou en mij: ik heb voor de zekerheid net nog even opgezocht of dit inderdaad de term is voor de melk die een vrouw de eerste paar dagen na de bevalling produceert, voordat ik ineens aankom met een benaming van een Romeins gebouw in de categorie ‘amfitheaters’. Colostrum wordt ook wel ‘vloeibaar goud’ genoemd, een benaming die ik tot ver in mijn zwangerschap ironisch genoeg alleen nog maar kende als metafoor voor bier.
Iets wat een beetje in een andere categorie valt dan al het bovenstaande, maar voor mij ook zeker in dit rijtje thuishoort is Sophie la Girafe, wellicht beter bekend als de Nederlandse ‘Sophie de giraf’. Hoe verrassend. De woorden op zich zijn mij uiteraard bekend, zowaar ook in de Franse variant. Als merknaam zei het mij echter vrij weinig toen ik er met Sinterklaas een bijtring voor mijn nog ongeboren dochter van kreeg. Mijn schoonzussen, die al wat oudere kinderen hebben en dus wat meer doorgewinterde kindermerkkenners zijn, waren zeer enthousiast over dit (blijkbaar) erg populaire, pedagogisch verantwoorde kindermerk en ik was weer even terug in de auto op weg naar Den Haag (zie vorige blog). Daar zat ik dan. Omringd met welwetende, door de wolgeverfde moeders. Had ik dit al moeten kennen? Zei mijn onwetendheid over dit merk iets over hoe betrokken ik was bij mijn eigen zwanger- en moederschap? Zelfs op de website van Sophie de giraf staat: ‘Sophie de giraf! Wie kent haar niet?’ Juist.
Toen ik bovenstaande nog eens doorlas voor een laatste check, merkte ik dat ik wel vaak heb gedacht: ben ik wel betrokken genoeg bij mijn eigen zwangerschap? Waarom word ik opstandig van goedbedoelde adviezen in plaats van dat ik zeg: “Vertel me meer!” Ik heb me best wel eens onzeker gevoeld wanneer ik merkte dat ik iets (nog) niet wist wat andere zwangere vrouwen of moeders wel wisten. Ik weet en vind nu dat het helemaal niet erg is om niet alles te weten. Het allerbelangrijkste wat er te weten valt, wist ik al die tijd al: ons babymeisje is uit onnoemelijk veel liefde geboren en gaat onnoemelijk veel liefde krijgen.
Geef een antwoord